Cyclische modus
De cyclische modus wordt gebruikt om een bepaald traject relatief altijd verder te verplaatsen.
[1] | Positie van de software-eindschakelaars/applicatiegrenzen |
[2] | Relatieve actuele positie |
[3] | Relatieve setpointpositie |
[4] | Symbolen voor de selectie van de setpoints |
[5] | Invoer setpoint |
- Selecteer in het menu Manual mode (Handbedrijf) het symbool Cycle mode (Cyclische modus).
- De volgende vraag verschijnt: "Wilt u het handbedrijf starten?"
- Bevestig met de toets <OK>.
- Het venster Cycle mode (Cyclische modus) wordt weergegeven.
- Stel de volgende setpoints [3] in. Wijzigingen in de waarden hebben direct effect op de aandrijving.
Symbool | Beschrijving |
|---|---|
| Voer het gewenste traject in gebruikerseenheden in, bijv. omw. |
| Voer de gewenste setpointsnelheid in gebruikerseenheden in, bijv. omw/min. |
| Voer de gewenste setpointacceleratie/-deceleratie in gebruikerseenheden in, bijv. omw/(min*s). |
- Om de cyclische modus te starten, drukt u op de groene toets <RUN>.
- Om de cyclische modus te stoppen, drukt u op de rode toets <STOP>.
- Om het handbedrijf te stoppen tipt u de toets <Esc> aan.
- De volgende vraag verschijnt: wilt u het handbedrijf stoppen? Waarschuwing! Een aangelegde setpoint wordt na het beëindigen van het handbedrijf weer actief.
- Controleer vóór het stoppen van het handbedrijf of niemand zich binnen het bereik van draaiende delen bevindt.
- Bevestig met de toets <OK>.
- Het handbedrijf is gestopt en opgeslagen setpoints worden weer actief.


