Parameters instellen

De parametrering van de softwaremodule kan kritieke uitwerkingen op de regelaar hebben.
Neem onderstaande aanwijzingen in acht:
- Houd rekening met de Module-informatie van de softwaremodule.
- Waarborg voor de parametrering dat de eindtrapblokkering van de regelaar actief is.
- Sla voor de parametrering van de regelaar de data op. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Parameter van de regelaar op het programmeerapparaat overdragen.
Parameters | Betekenis |
|---|---|
Offset | Invoer van de offset Waardebereik: 0 – 255 |
Data | Invoer van de data op de ingestelde offset. De weergave van de gegevens wordt vastgelegd door het datatype. Door de invoer met de toets <OK> te bevestigen, wordt de parameter in de regelaar opgeslagen. |
Data type | Selectielijst 1:
Selectielijst 2:
|
