Voorwaarden voor de combinatie van modules in een systeem

In dit hoofdstuk vindt u voorwaarden voor het gebruik van de geschakelde voedingsmodule en combinatievoorbeelden. In de voorbeelden wordt de volgorde van de individuele apparaten in het apparatensysteem weergegeven. De opbouw van een apparatensysteem dat bestaat uit de voedingsmodule en de asmodule wordt beschreven in de documentatie "Applicatieregelaar MOVIDRIVE^® modular".

Opbouw van een apparatensysteem:

• Een systeem kan maximaal 16 apparaten met een modulebusaansluiting omvatten. Apparaten met een modulebusaansluiting zijn voedings- en asmodules.
• Asmodules MDA90A/MDD9.A moeten rechts van de voedingsmodule MDP92A, van de DC/DC-omvormermodule of van de condensatormodule MDC90A-0120-.. worden geplaatst.
• Geschakelde voedingsmodules met AC- en DC-voeding MDS90A moeten links van de voedingsmodule MDP92A/MDP90A of de DC/DC-omvormermodule MDE90A worden geplaatst. Er kunnen maximaal 6 geschakelde voedingsmodules in een netwerk worden gebruikt.
• Condensatormodules MDC90A-0120-.. moeten rechts van de voedingsmodule MDP92A of van de DC/DC-omvormermodule MDE90A worden geplaatst. Gebruik van een condensatormodule MDC90A-0120-.. is alleen mogelijk in combinatie met een voedingsmodule MDP92A of een DC/DC-omvormermodule MDE90A. Er kunnen maximaal 4 condensatormodules in een netwerk worden gebruikt.
• Als een DC/DC-omvormermodule MDE90A wordt gebruikt in combinatie met een voedingsmodule MDP92A/MDP90A, dan moet de MDE90A links van de voedingsmodule worden geplaatst.

• Voorbeelden