Tussenkringbewaking

De bewaking wordt aangeroepen met een interval van 1 ms. Het net wordt bewaakt aan de hand van de DC-spanningen van A- of B-zijde, afhankelijk van de instelling.

Bij de tussenkringbewaking wordt geen fout afgegeven, het apparaat verandert de status bij een te lage spanning van "Gereed" naar "Niet gereed" en blokkeert daarmee de bewaakte eindtrapzijde.

Op het apparaatdisplay verschijnt vervolgens "00". Als oorzaak voor "Niet gereed" wordt in het statusbit "Niet gereed – Voeding" het bit "DC-24-V-Stand-bybedrijf" ingesteld.

De tussenkringbewaking is met de volgende parameters instelbaar.

  • Keuze eindtrapzijde bewaken
  • Met parameter "8809.25" wordt geselecteerd welke eindtrapkant bewaakt wordt.
    • Geen
    • A-zijde
    • B-zijde
  • Spanningspiek "Aan" instelbaar met parameter "8809.26"
    • Niveau