Grenswaarden

Het apparaat stelt onder de parametergroep "8800 grenswaarden – energietoevoer" applicatiegrenzen beschikbaar.

Met de grenswaarden kunnen de grenzen van de applicatiescherm ingesteld worden om bijvoorbeeld externe periferie tegen te hoge stromen te beschermen. Het apparaat zal automatisch altijd binnen deze grenzen werken of proberen de waarden binnen het ingestelde bereik te houden.

Daarbij gelden de grenzen voor alle apparaatfuncties. In tegenstelling daartoe zijn de grenswaarden die als profielwaarden aangegeven zijn, alleen in bepaalde FCB’s actief, zie hoofdstuk Setpoints en begrenzingen in de FCB’s.

Het instellen van de grenzen en de controle of een grens actief is, wordt gedaan met de engineeringsoftware MOVISUITE®.